Gemeenteraadsleden kunnen op veel verschillende manieren hun werk doen. Een aantal van de instrumenten zijn hulpmiddelen die in de gemeentewet zijn beschreven.
Budgetrecht
Het budgetrecht is een belangrijk instrument om politieke invloed uit te oefenen. Via raadsbesluiten geeft de raad het college van B en W toestemming om uitgaven te doen en inkomsten te verwerven.
De raad heeft invloed doordat hij kan bepalen dat een doel meer of minder geld krijgt. En dus bepaalt hij daarmee eigenlijk in welke mate een doel belangrijk is en behaald kan worden.
In de Gemeentewet staat dat de raad erop moet toezien dat de begroting in evenwicht is. Of dat dit de eerstvolgende jaren wordt gerealiseerd. Dat betekent dat de uitgaven even groot moeten zijn als de inkomsten.
Het college moet de raad jaarlijks een ontwerpbegroting aanbieden; de Programmabegroting. De raad stelt deze begroting vast en kan deze tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar wijzigen.
Indienen van moties
Een motie is een korte verklaring over een onderwerp, waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken. Het raadslid dat de motie indient, kan het college of de raad daarbij vragen om tot actie over te gaan.
Ieder raadslid kan tijdens een raadsvergadering een motie indienen bij de voorzitter van de raad. Deze moties komen bij het agendapunt over hetzelfde onderwerp aan bod. Tijdens de vergadering kan de motie veranderen of ingetrokken worden. Als de meerderheid van de raad vóór de motie stemt, is deze 'aanvaard'.
Het college moet de motie dan eigenlijk binnen een afgesproken tijd uitvoeren. Is dat niet mogelijk, dan moet het college de raad hiervan op de hoogte brengen. Als het college de motie niet wil of kan uitvoeren, moet zij dat ook aan de raad zeggen.
Motie vreemd aan de orde van de dag
'Vreemd aan de orde van de dag' zegt het al. Een dergelijke motie gaat over een onderwerp dat niet op de agenda van de gemeenteraad staat. Vaak haakt deze in op de actualiteit.
Indienen van amendementen
Een raadslid kan tijdens een vergadering wijzigingen voorstellen op een voorgesteld besluit. Dat heet een amendement. Het raadslid moet een amendement schriftelijk bij de voorzitter van de raad indienen. Het oorspronkelijke raadsvoorstel wordt gewijzigd als de meerderheid van de raad vóór het amendement stemt.
Initiatiefrecht
Meestal legt het college ontwerpbesluiten aan de raad voor. Een raadslid kan echter ook zélf met voorstellen komen voor nieuw beleid of aanpassing van een verordening. Zo'n opdracht aan het college, heet een initiatiefvoorstel. De meerderheid van de raad moet het dan wel steunen.
Recht van interpellatie
De raad heeft de mogelijkheid om inlichtingen van het college te vragen. Dat heet interpelleren. Het vindt meestal plaats in de vorm van een openbaar gesprek: het interpellatiedebat.
Het gaat dan om een onderwerp dat niet op de agenda van de raadsvergadering staat. Het recht van interpellatie is bedoeld om een heel belangrijk actueel politiek punt aan de orde te stellen bij de burgemeester of de wethouders. En om daar dan met college en raad meer inzicht in te krijgen.
Elk individueel raadslid kan verzoeken om een interpellatie. Maar de raad als geheel bepaalt of de interpellatie wordt toegestaan. Eventueel kan via een motie een uitspraak van de raad worden verkregen. (Een interpellatie gaat dus verder dan het stellen van mondelinge vragen.)
Interpellatie is een zwaarwegend instrument. Het gaat vaak over een politiek gevoelig onderwerp.
Vragenrecht
De raad heeft het recht om aan het college mondeling of schriftelijk vragen te stellen, voor zover het om de eigen bevoegdheden van het college gaat.
Schriftelijke vragen
Een raadslid kan over alles schriftelijke vragen stellen aan het college van Burgemeester en Wethouders. Ook over dingen die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Het college moet schriftelijke vragen van raadsleden binnen dertig dagen beantwoorden. Bekijk de schriftelijke vragen.
Mondelinge vragen
Als een onderwerp nu meteen belangrijk is, dan kunnen raadsleden ook mondeling een vraag stellen aan de burgemeester en wethouders. Zij geven daarop meestal meteen een antwoord De raad kan op deze manier meteen duidelijkheid van het college proberen te krijgen over een actueel onderwerp. Dit doen we in het vragenhalfuurtje.
Omdat de ambtenaren en de portefeuillehouder wel een antwoord moeten kúnnen geven, moeten raadsleden hun vraag uiterlijk om 12:00 uur op dezelfde dag schriftelijk indienen. Dus, wie 's morgens om 11:55 de vraag aan het college stelt, krijgt diezelfde avond tijdens de Politieke Markt antwoord. Echter... als er meer dan drie vragen vanuit de raad komen, dan is de tijd te kort. Dus in dat geval zal het presidium (=het bestuur van de raad) een afweging maken welke vragen aan bod komen.
Informatieplicht van het college
De raad heeft het recht om meer achtergrondinformatie over een onderwerp op te vragen bij het college. Het college moet inlichtingen verstrekken op verzoek van een raadslid (dat heet passieve informatieplicht). Maar handiger is het als het college de raad uit zichzelf alle inlichtingen verstrekt die de raad nodig heeft om zijn werk goed te doen (actieve informatieplicht). En feitelijk moet het college dat ook doen.
Recht van onderzoek (raadsenquête)
Op voorstel van één of meerdere raadsleden kan de raad een onderzoek naar het uitgevoerde beleid van het college of de burgemeester instellen. De raad zal een raadsonderzoek alleen gebruiken bij zwaarwegende onderwerpen. Bij het instellen van een raadsonderzoek is de steun van een meerderheid van de raad vereist.
Onderzoekscommissie
De raad kan een onderzoekscommissie samen om ondoorzichtige kwesties boven water te krijgen. Deze commissie heeft een voorzitter en een vicevoorzitter. De commissie organiseert hoorzittingen waarbij zij getuigen en specialisten in principe in het openbaar verhoort. Zo nodig kan dat onder ede. Ook zullen zij betrokkenen en specialisten vragen om schriftelijk te reageren. Op basis van een eindverslag met de uitkomsten van het onderzoek beslist de raad wat de consequenties van het onderzoek zijn.
Enquête en onderzoek alleen als het echt nodig is
Het raadsonderzoek is een 'zwaar' instrument: er gaat heel veel werk en vaak dus ook veel geld inzitten. Het kan grote gevolgen hebben voor de betrokken en de lokale politiek.
Bovendien zal het onderzoek niet in alle gevallen tot meer inzicht leiden in het hoe en waarom. Bijvoorbeeld als er derden zijn betrokken. Zij zijn namelijk niet verplicht om mee te werken aan een raadsonderzoek. Raadsleden zullen dus alleen als zij het echt nodig vinden een raadsonderzoek instellen. Eerst zullen ze naar andere mogelijkheden kijken.
Pagina delen:
TAGS: raadsinstrumenten